InleidingASAGI is één van de origineelste variëteiten, die de meest noodzakelijke elementen bezit die nodig zijn om discussies over Nishikigoi gauw uit dé weg te ruimen. AsagiAsagi is een smaakvolle elegante schoonheid met schubben die een halvemaantekening hebben in marine of lichtblauw, elk omsloten door een wazige witte rand wat zorgt voor een mooi netpatroon over heel de rug. Hi is aanwezig op beide kaken, buik en op de basis van de vinnen. Het is niet zeker geweten wanneer deze variëteit is ontstaan uit de wilde karper of hoe hij aan zijn naam is gekomen, maar het schijnt dat hij tot stand is gekomen zo\'n 180 jaar geleden en de Asagi-bloedlijn wilde karper wordt aanzien als één van de voorvaderen van de moderne Nishikigoi. Er zijn twee Asagi-bloedlijn wilde karpers gekend, nl. de GUNJO ASAGI en de NARUMI ASAGI. De Gunjo Asagi heeft een heldere indigoblauwe kleur en is de voorvader van de variëteit met een zwarte ondergrond met inbegrip van AKA MATSUBA, KI MATSUBA en KI-goi. Bij de Narumi Asagi hebben de schubben een donkere indigo kern die omsloten is door een licht gekleurde rand. Deze helder uitziende Asagi is de voorvader van de variëteiten met een witte ondergrond. Hij produceerde de TAKI-ASAGI die op zijn beurt zorgde voor het tot stand brengen van Kohaku, Taisho Sanshoku, Bekko, Goshiki en Aigoromo. De meerderheid van de Nishikigoi werden geproduceerd in Niigata, maar Asagi die klaarblijkelijk een centrale rol speelden in de decoratie van de koi werden rond het begin van het MEIJI-tijdperk gekweekt in YAMAKOSHI. Hij was tevens over heel het land te vinden en er is geen afdoende bewijs dat aantoont dat deze variëteit in Niigata voortgebracht werd. In de omgeving van MIKAWA in het AICHI Prefectuur en in MIE en SHIZUOKA Prefectuur is de Asagi gekend als SANSHU KOI, terwijl hij in TOYAHA lange tijd gekend stond onder de naam TAKESHIMA. Belangrijk is dat het hoofd wit gekleurd is met een zweem van heel licht blauw of licht roomkleurig, mooi kaal zonder donkere gedeelten of zwarte spikkels. Een goede ASAGI moet op de rug een helder witte FUKURIN hebben, netjes gerangschikt in een regelmatig netpatroon waarbij de ruimte in de Fukurin wordt gevuld met een halvemaanvormige ééngallige donkerblauwe kleur. Het netpatroon op het lichaam moet natuurlijk mooi en regelmatig zijn. Er zijn echter niet zo veel exemplaren die een mooie regelmatige plaatsing van de schubben hebben, in het bijzonder boven op de rug en vanaf de basis van de rugvin naar de staart en zodoende hebben diegenen die dit wel hebben een zeer grote waarde. Hier kan de vergelijking van verdienstelijkheid of gebrek in hoge mate de waarde van de koi aantasten. Het belangrijkste boven alles bij de Asagi is te kijken naar een regelmatig gevormd netpatroon. Het is een belangrijk gebrek wanneer de rijen blauwe schubben (KOKENAMI) onregelmatig zijn. Dus wanneer een schub beschadigd of verdwenen is zal een litteken gevormd worden waardoor er een onregelmatigheid ontstaat en de waarde van de koi daalt. Een grote voorzichtigheid moet dus aan de dag gelegd worden bij de behandeling van deze koi. Het is misschien omdat de Asagi dicht aanleunt bij de natuurlijke karper, dat hij zo\'n bijzonder hoog begaafde, levendige koi is. Op koishows zien we hen vaak omhoog en zelfs uit de vaten springen en tegenstribbelen als ze worden behandeld. Zij moeten met de grootste voorzichtigheid behandeld worden. De waarde verminderd ook wanneer de blauwe schubben dof en besmeurd zijn of wanneer de huid bezaaid is met zwarte spikkels. De schaduw van het blauw , gaande van het donkerste ultramarine tot het lichtste bleekblauw, moet helder, zuiver en ééngallig zijn. Rood (Hi) is aanwezig op de kaken. Nochtans is het rood op de kaken in plaats van solide te zijn, omringd met witte zones. Er moet een duidelijk onderscheid zijn tussen het blauw op de rug en het rood op het lager gelegen gedeelte van het lichaam. Vaak zien we exemplaren waarbij de HI de blauwe schubben op de flanken overlappen of waarbij het rood op het achterste gedeelte van het lichaam reikt tot aan de rug : de overlapping van rood en blauw is onzuiver en niet meer aantrekkelijk. Het is beter en geeft een mooier uitzicht wanneer het rood zich niet boven de laterale lijn van de flanken bevindt. Rood is ook aanwezig op de borst- en buikvinnen. In beide gevallen is het bevorderend dat het rood verschijnt aan de basis van de vinnen, net zoals de Motoguro te voorschijn komt bij een Showa Sanshoku. Het is ook wenselijk dat het rood op de vinnen helder is, met een vurig rode tint. Zulke vinnen worden SHUSUI-BIRE (SHUSUI-vinnen) genoemd en zowel bij de Asagi als de Shusui, die we later bekijken, worden zij hoog geprezen. In vele gevallen heeft het rood op het lager gelegen deel van het lichaam gewoonlijk een roestkleurige kleur en het spreekt voor zich dat een helder vurige rode kleur verkieslijk is.
Rood dat aanwezig is op de lippen (KUCHIBENI) of in de rug- en staartvin, doet geen afbreuk op de waarde van de koi zolang het een goede vorm en grootte heeft. Er zijn ASAGI die helemaal geen rood op het lichaam hebben, maar de algemene regel zegt dat degenen met rode tekening hoger gewaardeerd worden . Over het algemeen wordt gezegd dat naar het schijnt, het rood na verloop van jaren verschijnt op het hoofd en zich uitbreidt van beneden op de flanken naar de rug. Tezelfdertijd wordt het wit op het hoofd en de blauwe kleur op de rug donkerder en de koi wordt besmeurd met zwarte spikkels. Een koi in dergelijke staat heeft geen mooi uitzicht en heeft geen esthetische waarde. De kenmerkende eenvoud en de sobere elegante kwaliteiten van de ASAGI vormen samen voor een verfrissing en worden beschouwd als het toppunt van de koihobby. Kennelijk wilde in het verleden hartstochtelijke hobbyisten in hun laatste jaren niets anders houden dan grote Asagi in hun vijver en zongen zij lofliederen bij het aanschouwen van de sierlijk zwemmende schoonheid. Misschien is het gelijkaardig aan de elegante eenvoud (SABI) dat deel uitmaakt van een theeceremonie. Niettegenstaande het de meest klassieke van alle koivariëteiten is, zou men normaal gezien verwachten dat er veel grote exemplaren van uitmuntende kwaliteit zouden zijn, maar de laatste jaren zijn grote exemplaren van deze variëteit snel verdwenen. Is het misschien omdat het water waarin Kohaku en Taisho Sanshoku het best gedijen, wezenlijk verschilt van het water dat nodig is om de Asagi zijn goede conditie te laten behouden. Men kan stellen dat in het water waarin Kohaku het best voltooien, de huid van de Asagi en Shusui de neiging heeft donker te worden.
De verschillende typen van Asagi kunnen als volgt ingedeeld worden : 1. Konjo AsagiDeze leunt het dichtst aan bij de wilde karper. De diepblauwe kleur is zuiver en de extreem diepe indigo kleur reikt tot aan de rand van de schub.
2. Narumi AasagiNARUMI ASAGI is de oude naam van een klein gedeelte van de stad NAGOYA. De donkerblauwe kleur is bleker dan bij Konjo Asagi. Het indigoblauw is donker in het midden van de schub en wordt bleek aan de schubrand. Dit is de werkelijke Asagi.
3. Mizu AsagiDe blauwe kleur is de bleekste van alle Asagi en is gekend als AKEBI ASAGI.
4. Asagi SanshokuDit is een mooi Sanshoku-type van een koi met een blauwe rug, rode tekening op het hoofd en de flanken en een roomwitte buik.\r\n5. Taki Asagi\r\nDeze heeft een waterval van wit die langs het lichaam loopt tussen het blauw op de rug en het rood op de flanken. Zowel Asagi Sanshoku als Taki Asagi zijn vandaag de dag nauwelijks te zien.\r\nTegenwoordig zien we af en toe Asagi met enkele ginrinschubben op de fukurin. Dit helpt show-Asagi een beter effect te geven. Het gevolg is dat koi van dit type naar een hogere rang worden verheven. Het is werkelijk verschillend van Ginrin in zijn normale verschijning en is niet getekend om de koi in de Ginrin groep te plaatsen op de show. Voorzichtigheid dient dus geboden om geen verwarring te stichten. Door : |
Koi basis deel 07: Asagi
- Gegevens
- Geschreven door: Terry van Erp
- Categorie: Cursus koi kleuren
- Hits: 18239507