De karper (Cyprinus carpio) is een beenvis uit de orde van karperachtigen. De vis kan tot 100 cm lang worden en komt oorspronkelijk uit Oost- en Centraal-Azië.

Onderverdeling

Er bestaan diverse vormen van de karper:

  • de wilde of boerenkarper
  • de schubkarper
  • de edel- of spiegelkarper
  • de rijenkarper
  • de leder- of naaktkarper
  • de kroeskarper
  • de graskarper
  • de grootkopkarper
  • de zilverkarper', '

De verschillen worden met name bepaald door het schubbenpatroon; de schub- en wilde karper zijn normaal beschubt, de spiegelkarper kent enkele grote schubben, de rijenkarper een rij schubben horizontaal over de flank en de lederkarper heeft slechts enkele schubben (daar waar geen schubben zitten voelt de huid \"leerachtig\" aan. De kroeskarper heeft een wat hoog en gedrongen postuur en wordt over het algemeen niet zo heel groot. Tevens is deze karpersoort vrij zeldzaam. De graskarper wordt ook wel \"Chinese karper\" genoemd en heeft een torpedovormig lichaam. Zijn bek staat anders vergeleken bij de andere karpersoorten. De graskarper voedt zich ook wel zoals zijn naam al doet vermoeden voor een gedeelte met gras.De grootkopkarper heeft zoals de naam al zegt een grote kop. Deze karper is zeldzaam en is moeilijk in nederland te vangen. De zilverkarper is zaols de naam al zegt: zilver van kleur maar behoort niet tot koi karper.

Ecologische waarde

De karper is net als de brasem een vis die de bodem omwoelt, dit noemt men azen. Vooral in de vroege ochtend direct na zonsopgang kan men dit waarnemen. De vis staat dan vaak rechtop in het water en door het gewoel in de bodem ziet men afhankelijk van de soort bodem trossen kleine dan wel grotere belletjes opstijgen naar de oppervlakte. In ondiep water kan men soms aan de staartvin zien om wat voor vis het gaat. De karper doet dit als hij op zoek is naar eten, voornamelijk planten en waterinsecten. De karper is geen roofvis.

De karper als exoot

Aanvankelijk werd hij als consumptievis ingevoerd . Waarschijnlijk is dit begonnen in China waar monniken karpers kweekten voor voedsel. Deze exoot heeft Nederland bereikt dankzijnde Romeinen. Met name in Noord-Holland zijn afstammelingen van deze (ontsnapte) exemplaren te vinden. Dit zijn de zogenaamde wilde karpers of boerenkarpers die van vroege ontsnappingen afstammen.

Tegenwoordig wordt de karper regelmatig uitgezet ten behoeve van de sportvisserij. Uitzetten blijkt veelal noodzakelijk omdat de omstandigheden (temperatuur, roofvissen, beroepsvisserij) van het Nederlandse water niet optimaal zijn voor voortplanting. Karpervissen is sinds begin jaren negentig erg populair geworden vanwege de kracht en omvang (gewicht) van de dieren. Na alle uitzettingen en voortplantingen komt de karper in het grootste deel van Noord- en Midden-Europa voor. Na 1870 werd de vis naar de VS overgebracht, waar hij nu algemeen voorkomt.

In de natuur kan hij 30-40 jaar worden.

De karper als siervis

Meestal wordt de term Koi(-karper) gebruikt voor de gekweekte fel gekleurde variant die als siervis in vijvers wordt gehouden. Deze vissen worden, afhankelijk van de kleur en de tekening, soms voor grote bedragen verkocht. Met name in Japan is het houden en kweken van Koikarpers als populaire bezigheid ontstaan. Ondertussen zijn er Europese en Israëlische varianten die respectievelijk EuroKoi en Israëlische Koi worden genoemd. Enkel in Japan zelf betekent het Japanse woord Koi (karper) de \"consumptievis-karper\", terwijl Nishikigoi verwijst naar de sierkarper.

Wereldrecord

De grootste karper tot nu toe is gevangen door Christain Baldemair op het Radutameer in Roemenië en woog 37,4 kilo. Een vis van meer dan 35 kilo is zeldzaam.