Inleiding

Shusui was het eerste type Doitsu-goi van Nishikigoi, verkregen uit een kruising van een Asagi met een Doitsu-goi. Het is ook één van de meest typische soorten Nishikigoi. Er wordt gezegd dat de 2 types van Doitsu-goi geproduceerd werden in Oostenrijk; de lederkarper (Kawa-goi) in 1782, gevolgd door de spiegelkarper (Kagami-goi) in 1789.

De Doitsu-goi werd voor het eerst naar Japan overgebracht in 1904 en er wordt verteld dat in 1912 een docent aan wat men nu noemt het \"Tokyo Visserij Instituut\", een Doitsu kruiste met een Asagi Sanshoku (SANSHU-koi) om een nieuwe variëteit te creëren van het Doitsu-type versierde karper. Het mooi helder blauw op de huid van de gladde rug in het bijzonder, doet denken aan een helder blauwe herfstlucht. Dit stak natuurlijk de ogen uit en in 1910 nam SHINNOSUKI MATSUBARA, een bewonderaar van deze schoonheid, het Chinese karakterteken \"SHU\" (wat \"herfst\" betekent) van AKIYAMA\'s naam en noemde de nieuwe variëteit SHUSUI.

In die tijd was het rood op de Shusui, indien aanwezig, onzuiver en verward en maakte niet veel uit aangezien de naam enkel terugsloeg op de lazuur-blauwe kleur. Uitstekende exemplaren van Shusui zoals we ze nu zien verschenen rond 1928. Shusui is enig in de geschiedenis van de Nishikigoi omdat hij in Tokyo geproduceerd werd.

De hoofdpunten voor waardering zijn min of meer dezelfde als deze van Asagi. Het belangrijkste basispunt van al is dat de kleur op de rug een schoonheid verspreidt van een zuiver blauwe herfstlucht in schakeringen van marine tot koningsblauw. Het is heel belangrijk dat de grote blauwe schubben op de rug netjes gerangschikt zijn. Het hoofd moet mooi glad zijn in een lichtblauwe kleur, en het is belangrijk dat er geen onzuiverheden of zwarte spikkels op het hoofd aanwezig zijn. De koi heeft geen waarde als het hoofd niet mooi zuiver, besmeurd of vergeeld is.

De kleur en de plaatsing van de rode patronen mogen min of meer beschouwd worden zoals we bij Asagi reeds hebben vermeld. Een mooie plaatsing van rood op beide kaken en de buik is waardevol. Het is eveneens aantrekkelijk wanneer er een mooi afgelijnde rode aanzet is aan de basis van de vinnen. Bovendien verschilt de tint van het rood met deze van Kohaku en moet helder vurig rood zijn. Wij hebben reeds eerder vermeld dat borst- en buikvinnen met een mooie zuiver rode aanzet Shusui-vinnen (SHUSUI-BIRE) genoemd worden. Dit soort vinnen die er opflakkerend uitzien sieren in het bijzonder de Shusui.

Omdat de Shusui een Doitsu-goi is, kan de plaatsing van de schubben op zich er als een soort patroon gaan uitzien en daarom is het zo belangrijk dat ze mooi gerangschikt zijn. De schubben op de rug zijn van allen de meest opzienbarende omdat zij donkerblauw van kleur zijn en bijgevolg een schoonheid moeten tentoonspreiden door een keurige plaatsing. Overtollige grote schubben (MUDA-GOKE) die tevoorschijn komen tussen de middenlijn van de flanken en de gerangschikte schubben op de rug, verminderen de waarde van de koi. Apart van de originele Shusui, wordt deze variëteit ingedeeld in volgende categorieën, afhankelijk van het rode patroon. Toch kan gezegd worden dat het orthodoxe type van Shusui dominant is.

1. Hana Shusui

Hana Shusui

Deze naam werd gegeven aan een Shusui waarvan de rode kleur zich bevindt tussen de middenlijn van de flanken en de rij schubben op de rug, dus het gedeelte dat normaal gezien een blauwe kleur heeft.

2. Hi Shusui

Hi Shusui

Bij deze SHUSUI reikt het rood dat zich normaal op de flanken bevindt, tot tegen de rugvin en bedekt zodoende heel de rug.

3. Ki Shusui

Deze naam werd gegeven aan een gele SHUSUI met een blauwe ondergrond op de rug. Dit soort koi is heden ten dagen zelden te zien. Als er geen blauwe ondergrond is en de schubben op de rug zwart zijn, dan behoort hij duidelijk tot de Doitsu KI MATSUBA-lijn en mag niet verward worden met Shusui.

4. Pearl Shusui

Dit soort Shusui kreeg zijn naam omdat de schubben op de rug een zilverkleurige oplichtende schubrand (Fukurin) hebben. Ofschoon zij tot de Shusui-lijn behoren worden Sanshoku Shusui, Showa Shusui en Goshiki Shusui ingedeeld bij Kawarimono, en Ginsui en Kinsui bij Hikari Motomono.

Net zoals bij de Asagi worden Shusui, wanneer zij lange tijd in water dat aangepast is voor Kohaku en Taisho Sanshoku gehouden worden, veel donkerder en worden zij ongeschikt voor shows. Het is daarom dat grote Shusui een zeer grote zeldzame waarde hebben. Bij jonge vissen doet het contrast tussen het koninklijk blauw en het vurig rood de Shusui in rang stijgen ten opzichte van de nog onvoltooide Asagi. Bij de groei verliezen echter de meeste Shusui hun schoonheid en kunnen zij niet op tegen Asagi die ieder jaar een betere voltooiing krijgen.

Vanaf 1997 worden op ZNA Koishows de Shusui gescheiden van de Asagi en worden zij geklasseerd als een aparte variëteit.

Door :
Honorary Chairman : Dr. Takeo Kuroki
Chief of the Appreciation Bureau: Mr. Reinosuke Nogami