Showa Sanshoku
Net zoals bij de Taisho Sanshoku heeft de SHOWA SANSHOKU een 3-kleurig patroon bestaande uit sumi (zwart), hi (rood) en shiro (wit), maar de normen zijn verschillend van deze van de Taisho Sanshoku. Terwijl de Taisho Sanshoku zwart en rood heeft op een witte ondergrond, wordt van de Showa Sanshoku gezegd dat hij wit en rood heeft op een zwarte ondergrond.
Sierlijkheid verwijst naar Taisho Sanshoku, terwijl de dynamische kracht van Showa Sanshoku uitgestraald wordt door de rijkelijke afwisseling van rood en zwart.
Er wordt gezegd dat een Showa Sanshoku 80 tot 90% zwart en rood moet bezitten, wat inhoudt dat 10 tot 20% met wit wordt bedekt. Bijgevolg moet gezegd worden dat de basiskleur van het lichaam bij de Showa Sanshoku zwart is. Blijkbaar werd gezegd dat een Showa Sanshoku mooi voltooid was wanneer de zwarte ondergrond had plaats gemaakt om de onderliggende witte patronen zich te laten ontwikkelen.
Hoedanook, onlangs verscheen wat men noemt, de KINDAI SHOWA (moderne Showa) met veel shiro, zoals bij de Taisho Sanshoku, waarbij men de indruk kreeg dat de ondergrond wit is en de mensen bij de Showa Sanshoku gaan spreken, over \"het vertonen van een mooie witte ondergrond\", net zoals ze bij Kohaku en Taisho Sanshoku doen.
In feite zien we dus dat in dit geval gemakkelijk een fout kan gemaakt worden en een Showa Sanshoku voor een Taisho Sanshoku kan aanzien worden. Deze twee onderscheiden zich van elkaar doordat de zwarte tekening van de Showa Sanshoku verschilt van het verspreidde zwart op de Taisho Sanshoku.
De Showa Sanshoku vertoond hier en daar een verbinding van het sumi, hetzij als een lijn of als een vlak. Dit verschil heeft de Showa Sanshoku nog aantrekkelijker gemaakt. De ingewikkelde rijke afwisseling van de zwarte, rode en witte patronen spreiden een dynamische kracht ten toon, wat tevens prachtig is en dit heeft geleid tot een grote aangroei van het aantal Showa-liefhebbers.
1. Witte zones
De witte zones bij Showa Sanshoku werden verbeterd door de inbreng van de Kohaku-bloedlijn. Men was gewoon dat de witte zones melkachtig wit waren met een geelachtige zweem, maar nu zien we Showa Sanshoku waarop de witte zones dezelfde zuivere helderheid hebben als bij Kohaku en Taisho Sanshoku.
2. Rood en rode patronen
Oorspronkelijk is de Showa Sanshoku ontstaan uit een kruising van Ki Utsuri met Kohaku, zodat het rood (de hi) een geelachtig rode kleur had.
Rond 1965 kruiste Dhr. Tomiji KOBAYASHI een Showa met een YAGOZEN KOHAKU. Daarna kruiste hij de afstammelingen van deze kweek met een Showa die de bloedlijn van een TOMOIN KOHAKU droeg. Dit resulteerde in een heldere rode kleur die we nu op de Showa Sanshoku zien.
Vandaag de dag zien we beide types van Showa Sanshoku, deze met het oude geelachtig rood zowel als deze met dezelfde heldere rode kleur als bij de Kohaku. Het is zeer moeilijk dit geelachtig rood bij te schaven tot helder rode hi.
De kwaliteit van de hi wordt op dezelfde wijze bekeken als bij Kohaku en Taisho Sanshoku, dit wil zeggen dat de hi overal gelijk moet zijn met een intense pigmentatie en een goede dikte.
Alhoewel de Showa Sanshoku nog geen lange geschiedenis heeft op het gebied van kweekverbetering, zijn de verwachtingen nog te hoog om te eisen dat het rood dezelfde kwaliteit zou hebben als bij Kohaku en Taisho Sanshoku.
Er zijn met zekerheid veel Showa\'s die een zwakke KIWA hebben op de hi, niettegenstaande het sumi goed is. De hi-tekening van de Showa Sanshoku is dezelfde als degene die beschreven is bij Koahku en Taisho Sanshoku, alhoewel de invloed van grote indrukwekkende sumi vlekken de indruk geeft dat het patroon enigszins verschilt van dit van Kohaku of Taisho Sanshoku. Daar komt nog bij dat de hi-tekening een aanvulling is op het sumi, hetwelke de basiskleur is bij de Showa Sanshoku.
3. Sumi-patronen
Afbeelding 1 |
De plaatsing van het sumi op het hoofd kan verwijzen naar een van de twee basispatronen.
Het eerste van deze patronen wordt MENWARE of HASHIWARE genoemd, waarbij het sumi begint op de neus en zigzag over een hi-patroon op het hoofd (HACHI) loopt en aansluit bij het sumi-patroon op de schouders. Dit is het patroon dat we vaak zien op de traditionele Showa, welke veel zwart heeft.
Bij het andere patroon zit de hi-tekening ingesloten tussen een HANA SUMI (zwarte tekening op de neus) en een andere zwarte tekening op de schouders in de vorm van een Chinees teken (zie Afbeelding 1). Dit is vaak te zien op de KOBAYASHI SHOWA.
Beide patronen zijn aantrekkelijk op hun eigen manier; het oudere teken straalt de ware betekenis van de Showa uit, terwijl het latere teken knappe, verfijnde schoonheid bezit.
Het is niet zo dat de Showa Sanshoku moet beschikken over hana-sumi, maar het geeft het patroon een beter evenwicht en brengt het geheel beter samen zodat het als een norm genomen wordt.
Hoedanook, een hoofd dat volledig gevuld is met sumi doet de esthetische waarde verminderen. Wanneer er een redelijke hoeveelheid wit op het hoofd en op de kaken aanwezig is, zodat het gezicht straalt, geeft dit de koi een verfijnd uitzicht en doet het de esthetische waarde stijgen.
Een punt dat bij de Showa Sanshoku in het oog moet gehouden worden, is dat het hoofd vaak misvormingen vertoond. We zien Showa\'s met een vlak hoofd, met een asymmetrisch hoofd, of ingedeukt hoofd. Wees dus niet te ingenomen met het sumi-patroon zodat je dergelijke fouten over het hoofd ziet.
Aanvankelijk spreidden de sumi-patronen op het lichaam van de Showa Sanshoku zich uit vanaf de buik naar de rug, hetgeen een indrukwekkend uitzicht gaf. Bij de KINDAI SHOWA, waar meer wit (shiro) aanwezig is, is vaak de buik wit waardoor men de indruk krijgt dat de SUMI vanaf de rug naar beneden loopt.
Het zwart, lopend over het hele lichaam heeft zo\'n stuwkracht, alsof het lijkt dat het zich invreet in de hi-patronen, met een levendig contrast tegen de brede hi-velden die lopen over de schouders tot de rug of mooi verdeeld zijn met de witte zones. Het sumi van de Showa Sanshoku is niet altijd gelijk. Het is zelden dat de sumi-vlekken op een Showa perfect zijn. Hoedanook, bleke zones hebben hun eigen charme.
Is het sumi, HONSUMI (stabiel zwart), dan zou het zwart eventueel gelijkaardig worden, maar de zaken gaan vaak anders dan dat men hoopt en vaak is er veel geduld nodig. Soms is alle geduld van de wereld niet voldoende en zal het sumi nooit verbeteren. Dit noemen we een BOKE (bezoedelde) SHOWA.
#page#
4. Sumi-kwaliteit
Bij de Showa Sanshoku zijn er twee types van sumi :
- Het eerste type behoort tot de Asagi-bloedlijn. Het is INDIGO dat de diepte bezit van inktzwart. Het heeft een goede dikte en krijgt een glansontwikkeling bij de groei van de koi.
Men zegt dat wanneer er op een baby-koi zwarte zones ergens op het lichaam of donkere zones onder de schubben aanwezig zijn, ook al is dit sumi niet goed afgebakend, het zwart geleidelijk naar boven zal komen en zich zal ontplooien als mooi stabiel sumi. - Het tweede type behoort tot de bloedlijn van de wilde karper. De kleur is mat staalblauw waarvan kan gezegd worden dat het niet zo aantrekkelijk is om naar te kijken.
De kleuren gekend als NABE-SUMI (kleur van een verschroeide pan) of DORO-SUMI (modder kleur), hebben geen diepte en van een koi met dergelijke tekening kan zeker niet gezegd worden dat hij van een goede kwaliteit is.
Hieruit kan men concluderen dat het zwart bij de Showa Sanshoku de voorkeur draagt van de Asagi-bloedlijn.
In wezen moet het sumi van de Showa Sanshoku overal gelijk zijn : diep geconcentreerd met een goede dikte die aangevuld is met de noodzakelijke zwartkleurige glans.
Hoewel de geschiedenis van de Showa nog maar kort is, is het onmogelijk om van de grote zwarte zones die het lichaam bedekken een absolute perfectie te vragen.
Shizumi-Sumi kan in de toekomst mogelijk Honsumi worden.
Dit is een \"huivering\" om een SHOWA te houden. Bij de Taisho Sanshoku is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat het sumi een goede KIWA heeft, maar bij de Showa Sanshoku is het normaal dat de jiwa van de sumi-zones niet overal even scherp is.
Hoedanook, een koi met deze haast onmogelijk goed afgelijnde SUMI-KIWA heeft een enorme waarde en dergelijke koi zullen hoog gerangschikt worden op Koishows. Goed afgelijnde kiwa is te zien op kleine koi, maar zelden bij grotere koi.
Sumi van mindere kwaliteit op de Showa Sanshoku is onstabiel en verflauwt of duikt onder wanneer de koi in scherp licht wordt geplaatst. Soms horen we mensen die ophef maken omdat ze een koi hebben ingezet op een koishow, maar hun eigen koi niet meer terug vinden in de showvaten. Het zwart was nog mooi afgetekend toen de koi thuis in de vijver zat, maar vervaagde of verdween toen de koi in de vaten werden gezet. Zoiets gebeurt natuurlijk niet wanneer een koi een goede kwaliteit heeft.
5. Motoguro
Daar waar een Taisho Sanshoku een streepjespatroon heeft op de borstvinnen, heeft de Showa Sanshoku de MOTOGURO op de borstvinnen. D.w.z. dat de Showa Sanshoku een typische zwarte vlek heeft die begint bij de aanzet van de borstvin en 1/3 tot de helft van elke borstvin bedekt. Deze motoguro is geliefd en duid op een goede kwaliteit.
Er zijn Showa\'s die zuiver witte borstvinnen hebben of motoguro enkel op één vin. Dit wil niet zeggen dat dergelijke koi totaal niet in trek zijn. Evenwel is het zo dat, wanneer we het algemeen evenwicht bekijken, evenwijdige motoguro op de borstvinnen bijzonder mooi is. Bij sommige koi spreidt de motoguro zich uit in strepen die tot de rand van de vinnen lopen, maar dit wordt beschouwd als een bezoedeling en lijkt niet zo aantrekkelijk en kan ook niet aanzien worden als een teken van goede kwaliteit.
Hoe dan ook schijnt het een feit te zijn, dat de motoguro zich enigszins uitspreidt als de koi groeit. Bij jong gebroed bedekt het sumi vaak de gehele vin, maar in de meeste gevallen gaat dit samentrekken als de koi groeit om zodanig een stabiele motoguro te vormen, zodoende is het geen zaak om u zorgen over te maken.
6. De verhouding van sumi, hi en wit
De verhouding van sumi, hi en wit, die voor het patroon moeten zorgen, verschilt van de grootte van de koi en de samenstelling van het patroon. Dit betekent dat een vluchtige globalisatie niet kan gemaakt worden.
Zoals we reeds eerder hebben aangegeven, werd vroeger gezegd dat bij de Showa Sanshoku 80 tot 90% werd ingenomen door sumi ( zwart) en hi (rood) en was er niet meer dan 10 tot 20% wit nodig. Op oude foto\'s van de Showa Sanshoku is er veel sumi en hi aanwezig, en niettegenstaande de koi er krachtig en dynamisch uitziet, kan men van weinigen zeggen dat ze er verfijnd uitzien.
In tegenstelling hiervan hebben we nu de KINDAI SHOWA, een prachtig verfijnde koi met veel witte zones, een hi-patroon van goede kwaliteit met keurige sumi-patronen, en er kan gezegd worden dat de schoonheid van de Kindai Showa de smaak van de koi-liefhebber heeft doen toenemen. Het is ook zo, dat de karaktertrekken van Showa Sanshoku verloren gegaan zijn; de Kindai Showa is mooi, maar mist kracht. Er zijn mensen die de Kindai Showa overdragen tot de reeks van Taisho Sanshoku en beweren dat de belangrijkste dingen van de Showa Sanshoku moeten nagestreefd worden om dynamiek uit te stralen.
Een overheersing van zowel zwart, rood of witte ondergrond hebben zowel voordelen als gebreken, en rekeninghoudend met persoonlijke meningen betekent dit dat er geen vluchtige algemeenheid kan gemaakt worden.
De zaken zijn volledig verschillend wanneer het afhangt van hetgeen men wil : dynamisme of sierlijkheid. In beide gevallen moet de Showa de specifieke karaktertrekken dragen, eigen aan de Showa Sanshoku. De Showa Sanshoku welke we hier hebben besproken, hebben een zodanige aantrekkingskracht die verschilt van de Kohaku en Taisho Sanshoku, dat ze ook belangstelling wekken bij de niet Showa-fans.
Vandaag de dag heeft de Showa Sanshoku veel aanhang buiten Japan. Onlangs hebben we Showa Sanshoku van een serieuze lengte zien verschijnen. Evenwel is het een feit dat, hetzij de Showa Sanshoku een nieuwkomer is, of er een genetische factor bij betrokken is, een Showa Sanshoku van grote afmeting met de combinatie van goede kwaliteit en een goed patroon, een uitzonderlijke grote waarde heeft.
Door :
Honorary Chairman : Dr. Takeo Kuroki
Chief of the Appreciation Bureau: Mr. Reinosuke Nogami